De eerste tamboerlessen werden gegeven door de heer Van ’t Klooster. Het uniform had men bij het eerste optreden nog niet, maar de oplossing werd snel gevonden, zwarte broek, witte blouse met blauwe das, rood-groene schouderlintjes met gouden kwastjes en op het hoofd een blauwe baret. De clubvlag was voor rekening van broeder Paulus.

Om geld bij elkaar te krijgen werd driftig gecollecteerd in het gebouw van de werkliedenvereniging K.A.B. waarbij gebruik gemaakt werd van een zakje aan een lange stok. Promotor was de heer Smit.

Pinksteren 1933 betekende voor de club het eerste uitstapje, 3 dagen naar Oudenbosch en natuurlijk met succes. Eén van de eerste optredens buiten Laren was in het sanatorium Berg en Bosch te Bilthoven. Stelt u zich eens voor, 60 MCC-ers op de fiets naar Bilthoven, een blauw-wit gekleurd lint, zingend en fietsend over de heidepaden.

Vanaf zijn start voert Philibert het contributiesysteem in en hij handelt dat zelf steeds af, zodat hij weet hoeveel er in kas is. Uiteraard altijd te weinig: instrumenten kosten veel geld en de optredens zijn nog sporadisch. Geen nood! Philibert is al lang genoeg in Laren om medefinanciers te vinden: Stef Willard van de tapijtfabriek; Jan van de Brink, de latere minister; en in Oudenbosch het congregatiebestuur. Duizend gulden is een vast voorkomend leenbedrag; alleen wordt het geleende geld meestal niet teruggevraagd ...

Het tweede concours van MCC vindt plaats in IJsselstein op 15 augustus 1935. De band promoveerde naar de 2e afdeling. Deze ingeslagen weg werd voortgezet met mars- en concertwedstrijden in Grave op 15 augustus 1936.

Het eerste comité in het MCC-bestaan was samengesteld uit de heren R. van Arnhem, J. Arnolde en Chr. van Dort. Zij moesten in 1936 de festiviteiten organiseren ter gelegenheid van het eerste lustrum bestaande uit twee fantastische uitvoeringen in het K.A.B. gebouw en een groot feest.

In 1937 toog de club naar het concours te Amsterdam, georganiseerd door Utuli Dulci. Voor de eerst maal behaalde MCC voor zowel de tamboer- als voor de concertwedstrijd de eerste prijs. Het MCC-leger van 73 man van broeder Philibertus had het tijdens de concertwedstrijden gelapt met de nummers “La Rient Vient” en de “Wilhelmina mars”. Dit leerde een eerste prijs met lof van de jury op.

Met de beloning, de grote beker van Höhner en een plaats in de eerste afdeling toog het gezelschap via Lisse naar Laren waar hen een grote ontvangst bij de Drift wachtte. Uiteraard besteedde ook de pers veel aandacht aan deze prestatie.

Ging men in 1937 met slechts twee bussen naar Amsterdam, in 1938 waren het er drie om MCC te vervoeren voor het deelnemen aan het concours dat georganiseerd werd door de buurtvereniging Westerkwartier met samenwerking van Euphonia. Ook tijdens dit concours liet MCC zien wat ze waard was en verkreeg wederom lof.

1937 Concours Utile Dulci Amsterdam

Vlak voor het uitbreken van de 2e wereldoorlog vierde de congregatie van de broeders hun 100 jarig bestaan in Oudenbosch (26 maart 1940). Broeders en genodigden genieten van de geüniformeerde mondorgelclub uit Laren, die een muzikale hulde brengt op de speelplaats. En Philibert piekert zijn hoofd suf hoe zijn MCC dit plan heeft kunnen bedenken buiten hem om.

In datzelfde jaar breekt de Tweede Wereldoorlog uit. Er verandert heel wat: huis en school van de broeders worden gevorderd, de St. Jansprocessie wordt verwezen binnen de muren van de basiliek, aan de MCC en de St. Jansharmonie wordt verboden in het openbaar op te treden; en vele andere facetten van het oorlogsgebeuren, waardoor de weldadige vrijheid verandert in gewelddadigheid.

De broeders komen terecht op St. Jansstraat 29 (gebouw van het Wit-Gele Kruis), de klassen worden op diverse plekken ondergebracht. Zo goed en zo kwaad als het gaat probeert men de lessen te laten doorgaan en foto's en verhalen uit die tijd vertellen ons dat dit enigszins lukte; alleen op het eind van de oorlog wordt het lesgeven beperkt tot één uur per dag, omdat men niet in staat is de lokaliteiten te verwarmen.

Uit het levensverhaal van Broeder Philibertus, opgetekend door broeder Lambert Calis in het contactblad “Ons Leven” in januari 1991 van de Broeders van Saint Louis en het Jubileumboekje 1931-1981 t.g.v. het 50 jarig bestaan.